Connected technologie krijgt een grote boost door de opkomst van smart grids. Wind- en zonne-energie voorzien in toenemende mate in onze energiebehoeften, maar hun aanbod is onregelmatig. Daarom moeten energiecentrales bijschakelen naar gelang van het aanbod. Voor een efficiënt en slim energienetwerk moeten we prijzen vaststellen op basis van vraag en aanbod. In Duitsland hebben ze dat al. De aangesloten apparaten kunnen hun energieverbruik vervolgens afstemmen op de prijzen van het moment en op de beschikbaarheid van je eigen energiebron, zoals zonnepanelen. Zo kan je wasmachine of droger bijvoorbeeld op het gunstigste moment worden gestart.

Maar dan moeten we ook alle andere apparaten in huis op deze slimme manier kunnen aansluiten, niet alleen de standaard witgoed apparatuur. Momenteel lijkt het erop dat allerlei apps en producten nog weinig of helemaal niet met elkaar samenwerken. Gelukkig wordt de meerprijs voor slimme techniek steeds lager. Eenvoudige ARM-processors en WiFi-adapters kosten tegenwoordig niet veel meer in vergelijking met de prijs van een standaard koelkast, oven, vaatwasser of fornuis. In de komende jaren zullen we waarschijnlijk een reeks van ‘domme’ slimme apparaten gaan zien, die weliswaar wat extra trucs beheersen, maar nog niet echt samenwerken. Na verloop van tijd, wanneer consumenten gewend raken aan de extra functies en de markt laat zien welke echte waarde bieden, zal er meer standaardisatie plaatsvinden.

Het connected witgoed is nog in een pril stadium, maar heeft een enorm potentieel. Het gebrek aan standaardisatie maakt het echter nog een risicovolle investering. Bovendien is het aantal echt nuttige toepassingen van de slimme technologie nog beperkt. Mogelijk gaat energiebesparing een belangrijke drijfveer worden op deze markt, waarbij ook hier standaardisatie nodig is voor de informatiewisseling tussen apparatuur en energieleveranciers of energieopwekkende apparatuur in huis.